Slechts een derde van de Nederlanders is bevlogen werknemer
17-08-2015 Redactie vacatures.nl
Ongeveer twee derde van de Nederlandse werknemers is niet speciaal blij met zijn baan en zou net zo lief ander werk doen. Slechts één derde valt in de categorie ‘bevlogen werknemers’. Dat constateert onderzoeksbureau Effectory op basis van onderzoek onder zo’n 400.000 werknemers in Nederland. Vooral in het onderwijs en bij de overheid blijken de betrokkenheid en bevlogenheid laag.
Bevlogen en betrokken werknemers
Effectory maakt onderscheid tussen ‘bevlogen’ en ‘betrokken’ werknemers. De eerste groep (37% van de werknemers) houdt van het werk en zet zich bovengemiddeld in. Een bevlogen medewerker krijgt energie van zijn taken en heeft een passie voor de inhoud van de werkzaamheden. Betrokken werknemers (43%) hebben niet per se hart voor het werk dat ze doen, maar wel voor de organisatie waarvoor ze werken. Ze vinden zichzelf passen bij het bedrijf en staan achter de doelstellingen. De resterende groep van 20% heeft noch affiniteit met het bedrijf noch plezier in zijn werkzaamheden.
Effectory maakt onderscheid tussen ‘bevlogen’ en ‘betrokken’ werknemers. De eerste groep (37% van de werknemers) houdt van het werk en zet zich bovengemiddeld in. Een bevlogen medewerker krijgt energie van zijn taken en heeft een passie voor de inhoud van de werkzaamheden. Betrokken werknemers (43%) hebben niet per se hart voor het werk dat ze doen, maar wel voor de organisatie waarvoor ze werken. Ze vinden zichzelf passen bij het bedrijf en staan achter de doelstellingen. De resterende groep van 20% heeft noch affiniteit met het bedrijf noch plezier in zijn werkzaamheden.
Vooral het onderwijs scoort slecht
Wat betreft de bevlogenheid scoort de overheidssector het slechtst. Ook in de bouw zijn maar weinig werknemers bevlogen, al voelen ze zich over het algemeen wel betrokken bij de organisatie. De sector die over de hele linie het slechtst scoort, is het onderwijs: hier is een kwart van de werknemers noch betrokken, noch bevlogen. Daarnaast valt op dat binnen het onderwijs relatief veel mensen wel bevlogen zijn, maar zich niet betrokken voelen bij de organisatie.
Wat betreft de bevlogenheid scoort de overheidssector het slechtst. Ook in de bouw zijn maar weinig werknemers bevlogen, al voelen ze zich over het algemeen wel betrokken bij de organisatie. De sector die over de hele linie het slechtst scoort, is het onderwijs: hier is een kwart van de werknemers noch betrokken, noch bevlogen. Daarnaast valt op dat binnen het onderwijs relatief veel mensen wel bevlogen zijn, maar zich niet betrokken voelen bij de organisatie.
Organisaties kunnen bevlogenheid beïnvloeden
Guido Heezen, directeur van Effectory, ziet de onderzoeksresultaten als een signaal. “Uit deze cijfers blijkt dat er qua bevlogenheid nog veel onbenut potentieel is in Nederland. Bijna twee derde doet blijkbaar niet het werk dat ze echt willen doen en dat klinkt in eerste instantie niet best. Maar het biedt ook perspectief als je bedenkt dat de bevlogenheid en betrokkenheid van medewerkers door organisaties behoorlijk te beïnvloeden zijn.” Vlakken waarop werkgevers verbeteringen kunnen boeken zijn bijvoorbeeld het werkplezier en de verantwoordelijkheid van het personeel: “Denk aan het bieden van ruimte of budget voor nieuwe vaardigheden, het uitdragen van de doelen van de organisatie en het verbreden van de functieprofielen.”
Guido Heezen, directeur van Effectory, ziet de onderzoeksresultaten als een signaal. “Uit deze cijfers blijkt dat er qua bevlogenheid nog veel onbenut potentieel is in Nederland. Bijna twee derde doet blijkbaar niet het werk dat ze echt willen doen en dat klinkt in eerste instantie niet best. Maar het biedt ook perspectief als je bedenkt dat de bevlogenheid en betrokkenheid van medewerkers door organisaties behoorlijk te beïnvloeden zijn.” Vlakken waarop werkgevers verbeteringen kunnen boeken zijn bijvoorbeeld het werkplezier en de verantwoordelijkheid van het personeel: “Denk aan het bieden van ruimte of budget voor nieuwe vaardigheden, het uitdragen van de doelen van de organisatie en het verbreden van de functieprofielen.”